Veelgestelde vragen over zelfmeten bij Trombosedienst

Wat is zelfmeten?

De Trombosedienst Medlon traint en begeleidt patiënten al jaren bij het zelfmeten. Deze manier van zelfcontrole biedt u veel vrijheid en zelfstandigheid. In de training "zelfmeten" wordt u geschoold in het uitvoeren van een vingerprik en het meten van de stollingstijd van uw bloed (INR-waarde) met behulp van een zelfmeetapparaat. Door middel van een eenvoudige vingerprik wordt een druppel bloed verkregen, die wordt aangebracht op de strip van het zelfmeetapparaat. Het apparaat meet de INR-waarde en u stuurt deze waarde via een beveiligde internetsite door naar uw Trombosedienst. De Trombosedienst stelt aan de hand van de door u ingestuurde INR-waarde de juiste dosering antistollingsmedicatie vast. U kunt daarna nog dezelfde dag de doseerkalender via internet raadplegen. Als u het zelfmeten beheerst, is een driemaandelijkse controle bij de Trombosedienst voldoende.

Wie komt in aanmerking voor zelfmeten?

  • U gebruikt op advies van uw behandelaar voor tenminste één jaar antistollingsmedicatie
  • U bent in staat om zelfstandig of met behulp van uw partner / verzorgende, een meting uit te voeren;
  • U beschikt over een internetverbinding en een e-mail adres

Hoe gaat de training zelfmeten?

Een training bestaat uit 2 gekoppelde sessies van ongeveer 1,5 uur per sessie, die op afzonderlijke dagen worden gehouden. In deel I wordt u geïnstrueerd om een vingerprik bij uzelf uit te voeren en een druppel bloed op de juiste manier op de strip aan te brengen. Tevens wordt u geschoold in het bedienen van het zelfmeetapparaat. In deel II wordt beoordeeld of u voldoende vaardig bent om definitief op zelfmeten over te gaan.

Hoe gaat het na de training verder met zelfmeten?

De INR-waarde stuurt u wekelijks via een beveiligde internetsite door naar uw Trombosedienst. De Trombosedienst stelt aan de hand van de door u ingestuurde INR-waarde de juiste dosering antistollingsmedicatie vast. U kunt op dezelfde dag de doseerkalender via internet raadplegen. Na 3 maanden komt u op controle bij uw Trombosedienst. Wat komt er aan de orde bij deze controle:

  • uw zelfmeetapparaat wordt gecontroleerd door deze te vergelijken met het zelfmeetapparaat van de Trombosedienst.
  • de INR uitslagen, die u de afgelopen 3 maanden heeft doorgegeven, worden vergeleken met de uitslagen in het geheugen van het apparaat.
  • correcte uitvoering van de zelfmeting.

Wanneer u aan bovenstaande punten voldoet, sluit u uw trainingsperiode af. U krijgt een certificaat en mag overgaan op een keer per veertien dagen meten en doorgeven van uw INR. Wanneer uw INR waarde te hoog of te laag is, wordt tijdelijk de controletermijn verkort naar bijv. één week.

Ik heb een certificaat voor het zelfmeten en nu?

Wanneer u uw certificaat heeft gekregen voor het zelfmeten blijft u onder controle van uw Trombosedienst.

Eén keer per 3 maanden heeft u een afspraak bij uw Trombosedienst voor controle. Bij patiënten, die langer dan één jaar zichzelf meten en doseren en als er bij de controle van de zelfmeetapparatuur geen onoverkomelijke gebreken zijn, kan er worden volstaan met een controle voor minimaal eens per jaar. Wat komt er aan de orde bij deze controle:

  • uw zelfmeetapparaat wordt gecontroleerd door deze te vergelijken met het zelfmeetapparaat van de Trombosedienst.
  • de INR uitslagen, die u de afgelopen 3 maanden heeft doorgegeven, worden vergeleken met de uitslagen in het geheugen van het apparaat.
  • correcte uitvoering van de zelfmeting.

U krijgt indien het nodig is voor een volgende periode strips en naalden mee.

Delen: